Hogeschool PXL heeft een app ontwikkeld waarmee ouders die vragen kunnen beantwoorden.
“We werken altijd graag mee aan praktijkonderzoek”, zegt PXL-directeur Ben Lambrechts.
BERINGEN?- De vzw Kind en Taal heeft plannen om uit te groeien tot een kenniscentrum voor onderwijskansen en taalstimulering voor peuters en kleuters. Dat zegt voorzitter Thomas Vints (CD&V).
Kind en Taal bestaat 10 jaar en is gegroeid uit het Genks proefproject Instapje. Het was een van de SALK-projecten die Limburg moesten ondersteunen na de sluiting van Ford Genk. Intussen begeleidt de vzw 700 gezinnen van meer dan 100 verschillende etnische groepen. Van Roma’s tot Chinezen en dat verspreid over veertien Limburgse gemeenten. “We focussen ons op de cognitieve, maar ook op de motorische ontwikkeling van kinderen van 1 tot 6 jaar”, legt directeur Katrien Jansegers uit. Kind en Gezin doet de eerste schifting en verwijst ouders door. Meestal gaat het om kinderen van nieuwkomers, in elk geval van anderstaligen. “Daar zijn ook hoogopgeleiden bij die hier bijvoorbeeld als onderzoeker of ingenieur aan de slag zijn”, verduidelijkt Amy Vandepoel die de projecten in een aantal gemeenten co?rdineert.?
“We moedigen de ouders in elk geval aan om zo veel mogelijk met de kinderen te praten. Ook bij het verversen van een pamper of het koken” Katrien Jansegers,?directeur Kind en Taal
Een paar jaar geleden kwam de vzw in geldproblemen omdat Europese subsidies niet snel goed doorstroomden. Dat werd opgelost met leningen en met steun van Welzijnsminister Hilde Crevits (CD&V). Het Agentschap Opgroeien gaf de vzw namelijk de opdracht om de opgebouwde expertise in heel Vlaanderen uit te rollen. Dat heeft tot nu toe geleid tot de oprichting van een soortgelijk initiatief in Oostende. “Verder zijn we in gesprek met nog andere gemeenten”, zegt Katrien Jansegers.
App van PXL
“Maar het is niet de bedoeling dat wij die andere initiatieven inrichten”, legt Thomas Vints uit. De Vlaamse financiering wordt aangevuld met middelen van de gemeenten die een beroep doen op de vzw. Maar als je geld krijgt, moet je ook bewijzen dat je aanpak loont, dat kinderen vorderingen maken. Dus heeft Kind en Taal 250 vragen bedacht om dat te meten. Daarvoor hebben ze advies ingewonnen bij professor Katrien Struyven van de vakgroep educatieve studies van de Universiteit Hasselt. Hogeschool PXL heeft een app ontwikkeld waarmee ouders die vragen kunnen beantwoorden. “We werken altijd graag mee aan praktijkonderzoek”, zegt PXL-directeur Ben Lambrechts.?
Ouders krijgen een link toegestuurd via Whatsapp om op vragen te antwoorden”, legt Katrien Jansegers uit. Vragen zoals: ‘Kan uw kind voorwerpen benoemen?’, ‘Kan uw kind vragen stellen?’, ‘Kan uw kind zinnen van twee tot vijf woorden vormen?’. Die vragen kunnen ze lezen in 24 verschillende talen en momenteel beluisteren in het Nederlands, Engels, Frans, Arabisch, Turks en Russisch. Allemaal ingesproken door medewerkers van Kind en Taal of door vrijwilligers. “We willen de vragen in alle 24 talen inlezen”.
Objectiever
Tot nu toe werden die vragen ook gebruikt om de werking te evalueren, maar de antwoorden werden dan door een medewerker genoteerd. “Door nu een app te gebruiken worden die antwoorden objectiever”, denkt gezinsondersteuner Malika Amarkhail. Want nu willen ouders de toestand vaker rooskleuriger voorstellen dan die in realiteit is, omdat ze denken dat ze daarmee de medewerker van Kind en Taal een plezier doen. “De antwoorden verwerken wij anoniem, maar we weten wel uit welke regio ze komen en kunnen zo wel bijsturen.”
In welke taal gebeuren de gesprekken met de gezinnen? “Tot de kinderen twee jaar zijn, is dat in de sterkste thuistaal”, zegt Jansegers. “Daarna is dat sowieso in het Nederlands. We moedigen de ouders in elk geval aan om zo veel mogelijk met de kinderen te praten. Ook bij het verversen van een pamper of het koken.” Naast de projecten voor de allerkleinsten organiseert de vzw ook een taalbad voor kleuters. “Dat doen we voor 19 gemeenten in Limburg.”
Thomas Vints wil dat de expertise die Kind en Taal heeft opgebouwd, leidt tot een kenniscentrum. “Daarvoor zullen we op zoek gaan naar partners”, zegt Vints. “We denken daarbij aan de Universiteit Hasselt en hogescholen PXL en UCLL.”